Plaatsbegrippen: op, voor, achter, naast, boven, enz… met de konijntjes. Rangtelwoorden: welk konijntje zit omgekeerd? De vijfde, de eerste, de derde? Getalbeelden met de konijnen.
Plaatsbegrippen: op, voor, achter, naast, boven, enz… met de konijntjes. Rangtelwoorden: welk konijntje zit omgekeerd? De vijfde, de eerste, de derde? Getalbeelden met de konijnen.